
In het werk van de Nederlander Rob van Koningsbruggen is het schilderen gereduceerd tot enkele wel zeer elementaire beginselen. Koningsbruggen zouden we misschien wat zuiverder in de fundamentele leer kunnen noemen, hoewel hij zichzelf meer als een conceptueel kunstenaar zag (en daarom niet mee wilde werken aan de tentoonstelling ‘Fundamentele Schilderkunst’ in het Stedelijk Museum Amsterdam in 1975). Hoewel hij zich formeel van deelname had teruggetrokken was het toch mogelijk met zijn instemming een aantal werken van hem te tonen.
In de lijn van "Zero" maakte hij van 1971 tot 1974 schilderijen door de verfkwast in een regelmatige herhaling van handelingen op het doek leeg te strijken. Sindsdien heeft hij zich vastgebeten in de beperkingen en mogelijkheden van het traditionele schilderkunstige medium. Omstreeks 1974 gaat van Koningsbruggen ertoe over om het schilderij zelf als kwast te gebruiken door doeken met natte verf over elkaar heen te schuiven (zie afb. links: zonder titel, 1974 Stedelijk Msuem Amsterdam). In tegenstelling tot bijvoorbeeld Toon Verhoef heeft Van Koningsbruggen in het beginstadium reeds alle belangrijke beslissingen moeten nemen die het beeld zouden gaan bepalen, niet alleen over het formaat en de kleur maar ook over de schilderhandeling. Hij heeft het schilderen tot een volstrekt mechanisch procédé teruggebracht. Na de ideevorming en de initiële technische werkzaamheden - het klaarmaken van de doeken - is het schilderij in een paar seconden te voltooien, zoals hij in interviews enigszins provocerend meedeelt. Uitzonderlijk is dat volledig aan het oog van de schilder onttrokken is wat en hoe er geschilderd wordt; het is alsof de schilderijen zichzelf voortbrengen.

Het werk van Koningsbruggen is in vele museale collecties in Nederland opgenomen. Kijk verder op: Beeldendekunstna1945 voor meer informatie.