Tot lering en vermaak

Bij het samenstellen van mijn website "Kunst na 1945" was er geen moment dat ik dacht aan genreschilderkunst. Pas na het bestuderen van de Italiaanse schilderkunst las ik over de invloed van de Vlaamse primitieven op de Italiaanse kunstenaars en vanzelf kwam ik bij de vroeg-nederlandse schilderkunst terecht en al gauw begon de interesse voor de Gouden Eeuw. Een van de genres naast dierstukken, historie-, portret-, landschaps- en stillevenschilderkunst de figuurstukken van burgers en boeren in hun omgeving, in het algemeen aangeduid met de term "genrevoorstellingen". Zinnebeelden en allegorische voorstellingen waren in de 17de eeuw bijzonder populair. Er waren tal van emblemata-boekjes (o.a. Roemer Visscher), waarin plaatjes, zinnebeelden, voorzien werden van een tekst (o.a. Jacob Cats). Deze boekjes vormen thans dikwijls de sleutel voor de interpretatie van veel schijnbaar onschuldige voorstellingen. De teneur van de extra betekenis is van moraliserende, maar vaak ook van amoureuze of erotische aard. Een belangrijke publicatie, waarin de visie op de Nederlandse genreschilderkunst uit de 17de eeuw uitvoerig onder woorden is gebracht en aan de hand van een groot aantal voorbeelden is gedemonstreerd, is de catalogus bij de tentoonstelling in het Rijksmuseum in Amsterdam in 1976, Tot lering en vermaak. Een standaardwerk.

Dit boek is niet meer makkelijk verkrijgbaar en nogal kostbaar. Echter tot mijn verbazing ontdekte ik op de site van de "digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren" (
DBNL) een digitale versie: DBNL. Niet getreurd dus... lekker achterover hangen achter je PC en doorbladeren. Wat is de digitale wereld toch mooi!