De nieuwste zwier in Utrecht

In 1754 overleed Maria Duyst van Voorhout, Vrijvrouwe van Renswoude, op 92-jarige leeftijd te Utrecht. In haar testament had zij bepaald dat haar zeer aanzienlijke fortuin grotendeels besteed zou moeten worden aan de stichting van drie instellingen die "eenige van de verstandigste, schranderste en bekwaamste jongelieden" uit weeshuizen van Den Haag, Delft en Utrecht zouden moeten opleiden (zie tekst bovenstaande foto en klik voor vergroting). In Utrecht werd de fundatie toegevoegd aan het stadskinderhuis, dat gehuisvest was in het voormalige Agnietenklooster (het huidige Centraalmuseum). Het nieuwe opleidingsinstituut werd in de jaren 1756-1761 links van het weeshuis gebouwd.

De opdracht ging naar de Utrechtse steenhandelaar en aannemer Jan Verkerk. Asymmetrische rococo-ornamantiek, die in Parijs vanaf 1730 in interieurs was toegepast, vond in de Republiek in het algemeen omstreeks 1750 ook aan het exterieur op brede schaal navolging. In tegenstelling tot het Franse voorbeeld waar deze vormentaal eigenlijk alleen in het interieur is toegepast, werd de nieuwe asymmetrische rocaille-ornamentiek hier ook als gevendecoratie toegepast. Het waren beeldhouwers, ambachtslieden en werkbazen die het architectonisch ontwerp leverden en ook grotendeels zelf uitvoerden. De Fundatie van Renswoude in Utrecht is hier een prachtig voorbeeld van. De Utrechtse steenleverancier en aannemer Jan Verkerk ontwierp het gebouw in 1756 en voorzag de middenrisaliet van het gebouw van een monumentale natuurstenen gevel, met Corinthische pilasters op de uiteinden, een rijk cartouche onder het centrale venster en een strak omlijste kuif als bekroning. In de afwerking van de grote regentzaal vier "de nieuwste zwier" hoogtij, met een weelderige schoorsteenmantel, plastisch houtsnijwerk en een bijbehorend stucplafond.

De Fundantie van Renswoude bestaat nog steeds: http://www.fundatievanrenswoude-utrecht.nl/.