Jackson Pollock's uitdrukking van de innerlijke wereld.

Enchanted Forest (1947)

Alchemy (1947)

In het Peggy Guggenheim Museum in Venetië (website) hangen twee zogenaamde "drip-paintings" van Jackson Pollock (1912-1956) in een van de vele kamers van het voormalig onafgebouwd paleis, de "Palazzo Venier dei Leoni". Op de linker foto het schilderij "Enchanted Forest" en op de foto daaronder het schilderij "Alchemy" beiden uit 1947 en beiden zijn ze 221.3 x 114.6 cm. groot. De werken zag ik in 2007.

Het oeuvre van Pollock bracht na de Tweede Wereldoorlog een heel nieuw vorm van schilderen teweeg. Een schilderkunst buiten alle tot dan toe geldende begrippen van decor, vorm, compositie en ruimte. Pollock zo persoonlijk lijkend werk was echter helemaal geen alleenstaande privé onderneming; het beantwoordde aan een bepaald verlangen dat door de tijdgeest was ingegeven. Moderne kunstenaars drukken, volgens Pollock, hun innerlijke wereld uit (energie, de beweging en andere krachten binnenin hen); ze drukken hun gevoelens uit, maar ook de wereld om hun heen. Hij stelt dat moderne kunst de doeleinden uitdrukt die mensen in dezelfde tijd nastreven.

In 1943 hield Pollock zich bezig met de mythen van de Indianen en hun zandtekeningen waarvan zelfs de kleuren een mythische betekenis hadden. In diezelfde periode las Pollock ook de werken van Carl-Gustav Jung, waaruit hij voor het eerst iets vernam over de mythische gebieden van het onbewuste en over de daar opgestapelde primitieve mythologieën. Ook dan kunnen we de grote invloed van Picasso en Miro vaststellen. Nu wordt bij Pollock de vaste wil duidelijk de verdergaande abstractie van de vorm te bedekken met de mythisch ondersteunde inhoud die het surrealisme had teweeggebracht. Pollock had toen kennisgemaakt met de zeer jonge Chileense schilder Matta Echaurren, die uit Parijs, waar hij in de kring van Breton en de Franse surrealisten had vertoefd, naar New York was gevlucht. Uit de mond van Matta hoorde Pollock voor het eerst bewust van het automatisme van de surrealisten, van de functie van het onder- en onbewuste en van de mythische ondergronden in de mens. Een ander gelukkig feit was dat Peggy Guggenheim in 1943 een contract met hem afsloot waardoor er aan de grootste materiele nood een einde kwam en er grotere doeken en verf ter beschikking stonden. Even belangrijk was ook, dat een groot aantal Europese surrealisten naar New York was gevlucht, onder andere enkele grote schilders als Max Ernst en André Masson. Trefpunt van deze groep was de galery Peggy Guggenheim. Hier kon Pollock rechtstreeks in persoonlijk contact komen met de meesters van het surrealisme en ook alles vernemen over vele nieuwe technische procédés.

Vooral in de tekeningen van de jaren 1944-1945 zien wij hoe het verlangen naar abstractie steeds sterker wordt en hoe het geschrift van binnenuit ontwikkelt, dat door surrealisten "écriture automatique" wordt genoemd. Het zijn agressieve, kwellende, stekelige, met inzet van de hele menselijke persoon neergeschreven schrifturen, waarin het hele drama van deze mens een plastisch teken geworden is. Dit is dan ook het definitieve uitgangspunt geweest voor de evolutie naar de "drip-paintings" waarmee de kunstenaar in 1946-1947 begint en die men gewoonlijk met de naam Pollock verbindt. Deze schilderkunstige methode van "sjamanistische ontdekking" van het ik hield verband met twee Jungiaanse principes, namelijk, dat mythen archetypische vormen zijn die fundamentele menselijke ervaringen ordenen en dat het bewuste en onbewuste met elkaar vervlochten zijn. Zijn figuratieve symbolen zijn vervangen door ruwe overblijfselen van de aanwezigheid van de schilder wat in sommige opzichten veel gelijkenis vertoont met ritualistiche praktijken. Zo is er eveneens een directheid en spontaneïteit in de "drip"-techniek, omdat de kwast het oppervlak van het doek niet raakt, waardoor deze schilderijen verwantschap vertonen met westerse ideeën over "primitieve" creativiteit. Bovendien kwam daar nog een vrijheid bij, zoals Pollock zei, om met meer gemak om het doek heen te bewegen en een innerlijke wereld uit te drukken - met andere woorden - de energie, de beweging, en andere innerlijke krachten (bron: expressionisme OU en Sinds 45. De kunst van onze tijd).


Jackson Pollock (1951)

Voor meer informatie kijk op: Stedelijk Museum Amsterdam Educatie: Op Het Tweede Gezicht.